Bron: Rijksoverheid
De internationale veiligheidssituatie is de afgelopen jaren in hoog tempo verslechterd. We zien nu al dat Nederland doelwit is van hybride aanvallen, zoals cyberoperaties, spionage en sabotage. Door de Russische agressie die verder reikt dan Oekraïne is iets wat lange tijd ondenkbaar was mogelijk: dat de NAVO en daarmee ons land direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. Dat conflict hoeft zich niet in Nederland af te spelen, maar als we als land betrokken zijn of het zich in de nabijheid van Nederland afspeelt, dan zijn wij hier ook onderdeel van. We moeten dus voorbereid zijn op onzekere tijden. Maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid zorgen niet alleen voor effectieve verdediging, maar ook voor afschrikking van Rusland en andere tegenstanders.
Daarom heeft het kabinet in kaart gebracht wat er nodig is om weerbaar te zijn tegen militaire of hybride dreigingen. Want hoewel er al een solide basis ligt om de weerbaarheid te versterken, is het niet genoeg. De dreiging vraagt om meer. Een weerbare samenleving helpt bovendien niet alleen tijdens een conflict, maar ook bij het bestrijden van andere crises, zoals grootschalige overstromingen, een pandemie of langdurige uitval van vitale processen. Met een brief die het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gezonden, is een belangrijke eerste stap gezet door inzichtelijk te maken wat er aanvullend nodig is, oftewel de weerbaarheidsopgave.
Een weerbare maatschappij en parate krijgsmacht
De weerbaarheidsopgave bestaat uit het vergroten van zowel de maatschappelijke weerbaarheid als de militaire paraatheid.
Concreet vereist maatschappelijke weerbaarheid:
- Het beschermen van vitale en andere belangrijke processen in de maatschappij;
- Een parate en veerkrachtige samenleving;
- Het overeind houden van de Nederlandse democratie, rechtstaat en overheid;
- Een weerbare economie.
Militaire paraatheid draait daarnaast om:
- Het beschermen en verdedigen van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied;
- Het waarborgen van civiele ondersteuning aan de krijgsmacht bij de uitoefening van de militaire taak.
Alle departementen betrokken
De coördinatie van de overheidsbrede inzet en maatschappijbrede aanpak om de weerbaarheid te verhogen ligt bij de minister van Justitie en Veiligheid, de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en bij de minister van Defensie. Maar álle departementen zijn betrokken vanuit hun eigen beleidsverantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld op het terrein van de gezondheidszorg, transport en logistiek, crisisbeheersing, voedsel, energie, (tele)communicatie, migratie, de economie, arbeidsmarkt of de democratische rechtsorde.
Minister Brekelmans van Defensie: “We leven in Nederland niet in oorlog, maar ook niet meer in vrede. In deze grijze zone moeten we ons verdedigen tegen hybride aanvallen en onze militaire paraatheid vergroten. Dit doen we door meer te investeren in onze krijgsmacht, maar Defensie kan het niet alleen. In tijden van vrede is de vraag wat Defensie kan doen voor de samenleving, maar nu vragen we ook wat de samenleving kan doen voor Defensie. Een veilig Nederland maken we samen. Tijdens een oorlog of crisis is het ontzettend belangrijk dat de economie blijft draaien en dat de overheid overeind blijft. Op deze manier kan Defensie zich focussen op het voeren van het gevecht als dit nodig is. Maar dan moeten bedrijven en overheden wel bewust voorbereid zijn op ontwrichtende scenario’s. Als we onze weerbaarheid en paraatheid laten zien, schrikt dat Rusland en China af.”
Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid: “We moeten nu een sprint inzetten zodat we als samenleving schokken die gaan komen kunnen opvangen. Dat vraagt iets van iedereen: overheid, organisaties, bedrijfsleven en inwoners. Bedrijven en burgers kunnen ook voorzorgsmaatregelen nemen. Denk hierbij aan het versterken van de cyberveiligheid, back-upplannen voor energienetwerken, maar ook het aanschaffen van een noodpakket. Zo kunnen we maatschappelijke ontwrichting, onrust en (economische) schade zoveel mogelijk voorkomen. Daarnaast is het cruciaal om te communiceren over wat mensen zelf kunnen doen zodat we onze samenleving veerkrachtig houden. Statelijke actoren kunnen daarnaast proberen om onze rechtsstaat te ondermijnen of Nederland schade toe te brengen door bijvoorbeeld spionage, sabotage of het verspreiden van desinformatie. Daar moeten we weerbaar tegen zijn. Tot slot is het cruciaal om in tijden van schaarste, verstoring en schade ons verdienvermogen op peil te houden. Samen moeten we weerbaar worden tegen de dreiging die op ons afkomt.’
Staatssecretaris Tuinman van Defensie: “Vanwege de internationale veiligheidssituatie moet weerbaar en voorbereid zijn weer tussen onze oren komen. Daarom werken we bij Defensie hard aan het versterken van de militaire paraatheid en onze gevechtskracht. Hiervoor hebben we meer mensen, meer middelen en meer ruimte nodig. We moeten leveren. Door samen te werken kunnen we deze ambitie waarmaken en beschermen wat ons dierbaar is”.
Iedereen doet mee
Veiligheid is een van de kerntaken van de overheid. Het kabinet zet zich hierbij in voor de bescherming van alle groepen in de maatschappij. Honderd procent veiligheid bestaat echter niet. Het is belangrijk dat burgers hier zelf ook een rol in pakken en zich weerbaar maken.
Een solide, weerbare maatschappij kan schokken aan – ongeacht wat er op ons afkomt. Het is een maatschappij waarin overheid, publieke en private partners, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en inwoners zoveel mogelijk voorbereid zijn op maatschappelijke ontwrichting en het vermogen hebben deze te weerstaan, op te vangen en ervan te herstellen. De brief die aan de Tweede Kamer is verzonden vormt het startpunt van een nauwe samenwerking en dialoog met de samenleving om zo de aanpak voor de hele maatschappij vorm te geven.
Publieksonderzoek NCTV: Ook meer zorgen bij inwoners
Uit de vandaag gepubliceerde najaarsmeting van de risico- en crisisbarometer van de NCTV blijkt dat ook de inwoners van Nederland zich steeds meer zorgen maken over geopolitieke en militaire dreigingen en de gevolgen ervan in Nederland. Ruim vier op de tien (42%) geeft aan zich hierover zorgen te maken. Daarnaast is er een duidelijke stijging te zien in het percentage dat zich zorgen maakt over het stoppen van vitale processen, een mogelijk gevolg van militaire of hybride dreiging. Ook schatten inwoners de waarschijnlijkheid van de gebeurtenis veel hoger in dan voor de start van de oorlog in Oekraïne. Tot en met het voorjaar van 2021 lag dit percentage rond de 22%. In 2024 is dit gestegen naar circa 60%. Tegelijkertijd geeft driekwart (75%) van de inwoners van Nederland aan nog geen actie te hebben ondernomen om beter voorbereid te zijn op de gevolgen van risico’s en dreigingen.
Vervolg
De komende maanden wordt de weerbaarheidsopgave door alle departementen in samenwerking met decentrale overheden en maatschappelijke partijen geconcretiseerd. Hierbij staat de vraag centraal: hoe kan een ieder bijdragen aan het realiseren van de weerbaarheidsopgave waar we als Nederland voor staan? Risicocommunicatie vanuit de overheid over dreigingen, wat de overheid hieraan doet, en over de mogelijke impact op onze manier van leven, dragen hieraan bij. In 2025 volgt een aanvullende brief aan de Tweede Kamer met daarin de eerste concrete beleidsinzet van het kabinet om de weerbaarheid te vergroten. Ook start in 2025 een landelijke campagne om de Nederlanders bewust te maken van het belang van weerbaarheid en wat ze zelf kunnen doen om in eigen omgeving voorbereid te zijn op crises en dreigingen.
Meer informatie
Informatie over hedendaagse dreigingen is gebundeld in het webdossier ‘Dreiging in Nederland’ op de website van de Rijksoverheid. Op de website ‘Denk vooruit’ wordt concreet handelingsperspectief geboden om je beter voor te bereiden op risico’s en dreigingen. Daar staat onder meer een stappenplan om concreet actie te ondernemen, zoals het samenstellen van een noodpakket.